Ben je ondernemer en kun je langere tijd niet werken? Dan komt er mogelijk geen tot weinig geld binnen. Met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) bescherm jij je tegen dit risico. Je creëert zo een financieel vangnet voor jezelf, want je hebt recht op een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Heb je nog geen AOV, maar wil je er wel eentje afsluiten? Hieronder lichten we 5 keuzes uit die je moet maken.
1) Verzekerde bedrag
Om vast te stellen hoeveel geld je ontvangt als je arbeidsongeschikt bent, neemt een verzekeraar het verzekerde bedrag als uitgangspunt. Bij het afsluiten van een AOV verzekering kies je zelf welk bedrag je verzekert. Helemaal vrij ben je hier overigens niet in, want er wordt vaak gewerkt met een minimum- en maximumbedrag. Zo dien je bij Univé bijvoorbeeld minimaal 4000 euro te verzekeren en mag je maximaal 75.000 euro verzekeren. Lukraak een bedrag kiezen zit er overigens ook niet in, want je mag nooit meer dan 90 procent van het inkomen verzekeren dat je in de laatste drie kalenderjaren verdiend hebt.
2) Eindleeftijd
Een arbeidsongeschiktheidsverzekering loopt altijd tot een bepaalde leeftijd. Dit wordt ook wel de eindleeftijd genoemd. Bij veel verzekeraars ben je standaard verzekerd tot de AOW-leeftijd, maar dit is niet altijd het geval. Beoefen je een fysiek zwaar beroep? Dan kan het zijn dat de eindleeftijd 55 of 60 jaar is. Reden hiervoor is dat de kans op arbeidsongeschiktheid binnen sommige beroepen groter is.
3) Eigenrisicotermijn
Er is geen enkele verzekeraar die geld uitkeert vanaf de eerste dag dat je arbeidsongeschikt bent. Je moet meestal minimaal één maand uit zien te zingen zonder geld, maar je kunt ook voor een langere periode kiezen. Naast 30 dagen kun je ook voor een eigenrisicotermijn – de officiële benaming voor de periode waarin je nog geen recht hebt op een uitkering – van 90, 180, 365 of 730 dagen kiezen. Hoe langer de eigenrisicotermijn, hoe lager de premie. Besef je alleen wel dat je het ook langer zonder uitkering moet stellen als je voor een langere eigenrisicotermijn kiest.
4) Uitkeringsdrempel
Voor een zzp arbeidsongeschiktheidsverzekering geldt een uitkeringsdrempel. Bij de meeste verzekeraars is deze drempel vastgesteld op 25 procent. Word je voor minder dan 25 procent arbeidsongeschikt verklaard? Dan heb je geen recht op een uitkering. Je kunt er eventueel voor kiezen om de uitkeringsdrempel te verhogen. Je betaalt dan weliswaar een lagere premie, maar je loopt ook meer risico dat je geen recht hebt op een uitkering als je arbeidsongeschikt raakt.
5) Indexering
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen kennen een indexering. Het idee hierachter is dat het verzekerde bedrag en/of de uitkering ieder jaar verhoogd wordt zolang je AOV loopt. Kies je enkel voor indextering van de uitkering? Dan wordt deze jaarlijks verhoogd bij het ingaan van de nieuwe verzekeringsperiode. Je hebt recht op het verhoogde bedrag nadat je een jaar arbeidsongeschikt bent. Laat je zowel het verzekerde inkomen als de uitkering indexeren? Dan wordt het verzekerde bedrag telkens verhoogd als het nieuwe verzekeringsjaar ingaat. Hierbij maakt het niet uit of je arbeidsongeschikt bent of niet.